zondag, februari 17, 2008

15. Vader Hans en zoon Benjamin : Één Papadag per maand


Gescheiden vader Hans van Zuilen is helaas doof, maar daardoor ziet hij des te meer. Zijn prachtige en persoonlijke waarnemingen over de misère met een falende Raad voor de Kinderbescherming en een door de moeder tijdelijk verbroken omgangsregeling met zijn jongste zoon Benjamin (Hans heeft drie kinderen) staan op zijn eigen blogspot ZAVOOR. De moeite van het lezen meer dan waard.

Één Papadag per maand
Hans is een onvermoeibaar positief ingesteld mens, een vader die gelukkig niet opgeeft. In zijn Blog is hij zeer te spreken over alle moeite die een ‘positieve’ bemiddelaar voor hem en zijn zoontje gedaan heeft om hen nu toch samen weer één enkele gezamenlijke Papadag per maand te bezorgen. Hulde voor deze bemiddelaar dus en misschien moeten we Hans ook eens vragen welke bemiddelaar het is geweest. Die verdient wel een bloemetje.

De Papadag van zoon Benjamin met vader Hans op 2 februari j.l. zit er zojuist inmiddels net weer op en zij hebben er samen erg van genoten.

Hans schrijft er prachtig over op zijn Blog. Zie daarvoor: BalleBalle – 1 (ZAVOOR; 16 februari 2008)

Zoon Benjamin duikt net onder in de Ballenbak om zijn eigen verloren rubberballetje terug te vinden op zijn Papadag op 2 februari j.l. met vader Hans. Het lukt hem ook nog en hij is heel trots.

Nu is het voor beiden, zoon en vader, weer 30 dagen wachten op de volgende Papadag.

Tenminste …. als de Raad voor de Kinderbescherming met moeder niet weer nieuw roet in het eten weten te gooien. De Raad voor de Kinderbescherming heeft Hans immers gewichtig laten weten "weer onderzoek te willen gaan doen". Naar aanleiding van het artikel "Oudere vader in de lift" (Bron: Sp!ts, 14 feb 08) schrijft vader Hans daar zelf in enkele persoonlijke bespiegelingen het volgende over:

Van: Hans van Zuilen, donderdag 14 februari 2008
Onderwerp: 2e leg

Mijn kinderen
Tja, Ik heb een fijne zoon van 28 en lieve dochter van 25 en ... Een fijne zoon van VIJF.

Sp!ts zegt in het stukje: "In een deel van de gevallen gaat het daarbij om een 'tweede leg', aldus het rapport (Prof Pearl Dykstra, onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut)"

Het klopt! Ik ben een 2e leg-pa! Haha.:-) :-:-

( Maar, in m'n huwelijk met 2 kinderen raakte ik gescheiden. Zorgde 1-ste half jaar voor zoon en dochter, liet op verzoek en met de beste bedoelingen dochter naar moeder overgaan. (M'n zoon kwam goed terecht, m'n dochter kwam pas na 13 JAREN (Echt, en innerlijk, helemaal) weer. Zij had P.A.S. 'opgelopen' en begon uit die gevangenis van de ziel te breken. Niet zonder schade, als men lesbisch worden zo mag noemen.)

Met m'n jonge zoon van 5 had ik een gelukkige tijd en redelijk gelukkig met zijn moeder totdat het "meermannendom" dat (helaas voor mij) in zijn moeders aard lag, weer ging opspelen. Zij maakte het uit.

Na een co-ouderschap in 2006 en het uit de bak vissen van nieuwe relaties zette ze het contact tussen hem en mij onder druk en brak zijn geluk met mij, zijn vrijheid en gerustheid en dynamiek veranderden.

Ze herstelde na 1 maand het contact gelukkig weer. Hij is telkens zeer blij weer met me te zijn. Soms was hij timide, gejaagd, onrustig, na een half uur Benjamin bij mij weer helemaal zichzelf een prachtig kind. Het mooiste dat een kind heeft: Zijn eigen geluk beleven, op zijn tijd te leven.

Raad voor de Kinderbescherming
En nu schijn ik als een muis tegenover de olifant Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) te moeten staan. Voor olifanten ben ik niet bang voor, die zijn me lief. Maar de RvdK? Een ZBO zonder supervisie? Die het gezag van de ouder als aangrijpingspuint neemt als het de mama is maar de papa molt als de mama dat wil? Wijzen ze echt toe aan de ouder die "het meest positief is" terwijl in hun normen staat: "doet niet aan waarheidsvinding"? Ik kan dat niet goed rijmen. Een "zand-erover"-beleid.

Ben ik nu een 2e-leg-DV?

Of is er iemand die mij kan helpen tegen een zoveelste 'vrouwvriendelijke' Justitie-afdeling om te zorgen dat Benjamin zijn geluk met mij weer vast kan houden?

Er was niets aan de hand geweest als het gezag gelijkWAARDIG was geweest!!!

Zie ook mijn blog ZAVOOR (Tussendoor over Benjamin en mij, ik moet de tags nog doen)

donderdag, oktober 18, 2007

14. Weg van Lila - MTV regisseur en vader Patrick van Rhijn schreef een boek over de discriminatie van vaders in het Nederlandse familierecht

Telegraaf - Rubriek Vrouw - woensdag 17 okt 2007

Discussie van de dag

Vaders hebben geen rechten

Mannen lijken helemaal geen rechten te hebben als het om de voogdij over hun kinderen gaat. Vind je dit terecht? Moet een moeder altijd voorrang krijgen?

Lees verder
Discussieer mee

Uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in juli 2006

==============================

Vaders hebben geen rechten

Telegraaf - Rubriek Vrouw - woensdag 17 okt 2007 - wo 17 okt 2007, 08:34

"Ouders zijn zó bang hun kind te verliezen dat ze bijna ontoerekeningsvatbaar worden."

AMSTERDAM - "Pure mannendiscriminatie!" Patrick van Rhijn schreeuwde het uit toen hij na drie jaar touwtrekken te horen kreeg dat hij zijn dochtertje, voor wie hij al die tijd zorgde, kwijtraakte.



Tegen het advies van de Raad voor de Kinderbescherming in besloot de rechter in hoger beroep dat het vierjarige meisje naar zijn in Zweden wonende ex-vrouw moest.

(Toelichting Vaderkenniscentrum :: Lees hieronder de omstreden uitspraak in deze zaak in juli 2006 van de drie dames-rechters van het Gerechtshof Amsterdam)

Haat en pijn

Hij beschrijft de turbulente jaren in het net bij Karakter Uitgevers verschenen 'Weg van Lila'. "Het is bedoeld als een mooi document over onze tijd samen, de liefde, de schoonheid, maar ook de haat en de pijn" , aldus Van Rhijn, die tevens de positie van vaders in voogdijzaken wil aankaarten.

"Het is bovendien een voorzet tot nadenken: in conflictsituaties als deze zijn twee ouders zó bang hun kind te verliezen dat ze bijna ontoerekeningsvatbaar worden. Als je allebei groter dan je angst, woede, onzekerheid en wraak kan zijn, is dat voor iedereen beter."

Van Rhijn werkte als regisseur bij MTV in Londen en leidde een nogal wild leven toen hij de Zweedse Mikki leerde kennen. Ze trouwden, verhuisden naar Nederland en in juni 2002 werd hun dochter geboren. Een jaar later echter scheidden ze en Mikki ging zonder Lila terug naar Zweden, maar al snel wilde ze dat haar dochter bij haar kwam wonen.

Hechtingspersoon

"Lila (de namen in het boek zijn gefingeerd) was vier toen ze van de ene op de andere dag een nieuwe woonplaats kreeg en de belangrijkste hechtingspersoon opeens weg was", aldus Van Rhijn. "Hoe het nu met haar gaat, vind ik moeilijk in te schatten. Ze kan de woorden niet meer vinden, en ik heb te weinig informatie om er iets zinnigs over te zeggen. Ze geeft aan dat ze bij mij wil zijn, maar dat wil niet zeggen dat ze niet bij haar moeder wil zijn."

Patrick verloor na drie jaar touwtrekken de voogdij over zijn dochtertje aan zijn in Zweden wonende ex-vrouw. Mannen lijken helemaal geen rechten te hebben als het om de voogdij over hun kinderen gaat. Vind je dit terecht? Moet een moeder altijd voorrang krijgen?

Discussieer ook mee met het Forum Vrouw van de Telegraaf!


=============================================

Discriminatie van vaders in de rechtspraak

De omstreden uitspraak in deze zaak van de drie dames- raadsheren aan het Gerechtshof Amsterdam

Uitspraak Gerechtshof Amsterdam- Meervoudige Familiekamer; 6 juli 2006

LJN: AY3929, Gerechtshof Amsterdam , 621/05

Datum uitspraak:

06-07-2006

Datum publicatie:

14-07-2006

Rechtsgebied:

Personen-en familierecht

Soort procedure:

Hoger beroep

Inhoudsindicatie:

Gewone verblijfplaats minderjarige bij de moeder, hetgeen voor de minderjarige, die tot op heden hoofdzakelijk in Nederland heeft verbleven, een verhuizing naar Zweden zal meebrengen.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM - MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER

BESCHIKKING van 6 juli 2006 in de zaak met rekestnummer 621/05 van:

[...], wonende te [woonplaats] (Zweden), APPELLANTE, procureur: mr. G.W. Kernkamp,

t e g e n

[...], wonende te [woonplaats], GEÏNTIMEERDE, procureur: mr. P. van Dolderen.

1. Het (verdere) verloop van het geding

1.1. Het hof verwijst naar en neemt over hetgeen omtrent het eerdere verloop van het geding is opgenomen in zijn tussenbeschikking van 7 juli 2005.

1.2. Op 24 januari 2006 is een rapport verschenen van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Amsterdam en Gooi- en Vechtstreek, locatie Amsterdam (hierna: de Raad). Op 25 januari 2006 is dit rapport ingekomen ter griffie van het hof.

1.3. De mondelinge behandeling van de zaak is op 3 mei 2006 voortgezet.

2. Nadere feiten

2.1. De moeder heeft in de periode van omstreeks eind augustus 2005 tot eind december 2005 een woning gehuurd in [woonplaats vader], waar zij om de week verbleef en van dinsdagavond tot zondagochtend voor [de minderjarige] zorgde. De andere week verbleef zij in Zweden. Eind december 2005 heeft de moeder de huur van de woning in [woonplaats vader] opgezegd, zich gevestigd in Zweden en niet meer in Nederland voor [de minderjarige] gezorgd.

[de minderjarige] is zowel in de zomervakantie van 2005 als in de kerstvakantie in 2005 gedurende drie weken bij de moeder in Zweden geweest, alsmede een periode van 35 dagen in maart en april 2006. [de minderjarige] heeft frequent telefonisch contact met de moeder.

2.2. De Raad heeft op verzoek van het hof onderzocht bij wie van beide ouders [de minderjarige] het beste haar hoofdverblijf kan krijgen en omtrent de resultaten van dit onderzoek het onder 1.2. vermelde rapport uitgebracht.

In het rapport wordt beschreven dat de Raad heel zorgvuldig heeft gekeken naar de ouderschapsmogelijkheden van beide ouders. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de vader en de moeder zich beiden inzetten voor [de minderjarige] en dat beiden haar in voldoende mate kunnen bieden wat zij nodig heeft. Zowel de vader als de moeder zijn heel erg betrokken op hun dochter en willen het beste voor [de minderjarige], aldus het rapport.

De Raad heeft niet kunnen constateren dat de vader niet goed voor [de minderjarige] heeft gezorgd sinds ze in 2003 bij hem is komen wonen. Ook de moeder zorgt goed voor [de minderjarige]. Er lijken geen kind-signalen te zijn die zouden kunnen doen vermoeden dat één van beide ouders minder goed voor [de minderjarige] kan zorgen. Beide ouders lijken over voldoende pedagogisch inzicht te beschikken over wat een opgroeiend kind nodig heeft. [de minderjarige] heeft beide ouders nodig, ze is aan beide ouders gehecht en ze voelt zich bij beide ouders prettig, aldus het rapport.

De Raad concludeert dat het moeilijk is geweest een beslissing te nemen en een advies te formuleren. Het feit dat de vader sinds 2003 voor [de minderjarige] heeft gezorgd en zij gewend is aan het leven in Nederland en hier naar het kinderdagverblijf gaat en straks naar de basisschool zal gaan, is voor de Raad doorslaggevend geweest voor de conclusie dat het voor de ontwikkeling van [de minderjarige] goed zal zijn de ingeslagen weg in Nederland voort te zetten en haar verblijf bij de vader te continueren. De Raad acht het niet in het belang van [de minderjarige] om weer een scheiding van de vader en haar woonomgeving in Nederland door te maken en adviseert het verzoek van de moeder te bepalen dat de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij haar zal zijn, af te wijzen.

3. Beoordeling van het hoger beroep

3.1. Het hof stelt voorop dat bij beantwoording van de vraag die thans voor ligt, te weten bij wie van de ouders [de minderjarige] haar gewone verblijfplaats dient te hebben, het belang van [de minderjarige] voorop staat en dat niet alleen de belangen van de ouders daaraan ondergeschikt zijn, maar ook eventuele in het verleden door de ouders in dat verband gemaakte afspraken, ten aanzien waarvan bovendien geconstateerd kan worden dat beide partijen daarover van mening verschillen.

3.2. De rechtbank heeft in de bestreden beschikking, voor zover thans van belang, het navolgende overwogen:

“....Met betrekking tot de gewone verblijfplaats van de minderjarige wordt overwogen dat, hoewel de rechtbank het niet uitgesloten acht dat de vrouw evenzeer in staat is voor het kind te zorgen, niettemin zal worden beslist dat het kind haar gewone verblijfplaats bij de man zal hebben. De rechtbank is van oordeel dat het kind in de voor haar vertrouwde omgeving dient te blijven wonen. De man neemt sedert het vertrek van de vrouw uit de echtelijke woning, al dan niet met behulp van derden, de gehele zorg voor het kind voor zijn rekening en de rechtbank is niet gebleken van feiten en omstandigheden die aanleiding geven om hierin verandering aan te brengen. Om die reden ziet de rechtbank, mede gelet op de jonge leeftijd van het kind, geen aanleiding in de huidige situatie van de minderjarige thans wijziging te brengen....”

3.3. De moeder heeft middels twee grieven voornoemd oordeel bestreden. Zij brengt - als al aangegeven in de tussenbeschikking van het hof van 7 juli 2005 - in grief I naar voren dat de rechtbank van onjuiste feiten is uitgegaan en in grief II dat de rechtbank ten onrechte haar verzoek heeft afgewezen, in welk verband zij erop wijst dat de rechtbank geen enkele overweging heeft gewijd aan de door haar aangevoerde argumenten.

De moeder heeft in de loop van de procedure ter onderbouwing van de door haar aangevoerde grieven en het door haar verzochte, het bepalen van de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij haar, gesteld dat [de minderjarige] de eerste anderhalf jaar van haar leven grotendeels bij haar heeft doorgebracht en dat [de minderjarige] daardoor een zeer nauwe band met haar heeft. Ter adstructie hiervan wijst zij erop dat de vader toen fulltime werkte, erg carriëre gericht is en geheel instemde met deze rolverdeling. Zij wijst er daarnaast op dat zij [de minderjarige] in juni 2003 heeft meegenomen naar Zweden en dat [de minderjarige] gedurende de hele zomer van 2003 tot eind augustus 2003 bij haar in Zweden was, dat in het leven van een jong meisje de moederfiguur een belangrijker rol speelt dan de vader en dat de door haar geraadpleegde psychologen het erover eens zijn dat de door de vader gecreëerde situatie bepaaldelijk niet gunstig is voor een evenwichtige ontwikkeling van [de minderjarige]. Ook wijst zij erop dat de vader zodra [de minderjarige] in Nederland was, zeer afhoudend was in contacten tussen [de minderjarige] en haar. Gekeken dient te worden, aldus de moeder, wie [de minderjarige] een optimaal verzorgingsklimaat kan geven. Optimaal in de zin van een stabiel leefmilieu zonder veel wisselende verzorgers, regelmaat, veiligheid, voldoende uitdaging biedend zodat [de minderjarige] zich goed kan ontwikkelen, waarbij van belang is dat de ouder bij wie [de minderjarige] haar gewone verblijfplaats heeft, de andere ouder een essentiële rol in het leven van [de minderjarige] laat spelen.

De moeder is ervan overtuigd dat zij daartoe beter in staat is dan de vader, in welk verband zij wijst op de zeer ruime ouderschaps-mogelijkheden in Zweden, die het haar - mede gezien haar huidige nieuwe zwangerschap - mogelijk maken gedurende bijna drie jaar verlof op te nemen, alsmede op de in Zweden kindvriendelijke regeling voor werkende ouders in geval van ziekte van een kind en op het recht om de arbeidsdag te verkorten van 8 naar 6 uur per dag tot het kind de leeftijd van acht jaar heeft bereikt. Hierdoor, aldus de moeder, heeft zij, in tegenstelling tot de vader die door zijn werkzaamheden veel meer zal zijn aangewezen op wisselende verzorgers voor [de minderjarige], ruimschoots de gelegenheid de verzorging van [de minderjarige] zelf ter hand te nemen, waardoor [de minderjarige] zeker tot zij 8 jaar oud is niet vaak zal zijn aangewezen op verzorging door anderen. Daarnaast wijst de moeder er nog op dat [de minderjarige] in Zweden later leerplichtig wordt dan in Nederland, waardoor er - mocht worden bepaald dat de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij haar zal zijn - in het kader van de omgang veel meer mogelijkheden voor de vader zijn om [de minderjarige] gedurende langere perioden bij zich te hebben. Zou daarentegen worden bepaald dat de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij de vader zal zijn, dan zou dit in feite ertoe leiden dat haar omgang met [de minderjarige] wordt beperkt tot de helft van de vakanties, hetgeen het contact van [de minderjarige] met de moeder zeer zal beperken met mogelijkerwijs, gezien de rol van de moeder voor het identificatieproces van een dochter, zeer nadelige invloed op [de minderjarige]’s ontwikkeling. Ook acht zij zich, gelet op haar ervaringen met de vader in het verleden, beter in staat de niet-verzorgende ouder een rol van betekenis te laten spelen in het leven van [de minderjarige] hetgeen eveneens van belang is voor een evenwichtige ontwikkeling van [de minderjarige]. In dit verband geeft zij enerzijds aan mee te zullen werken aan een zeer ruimhartige omgang tussen de vader en [de minderjarige] en wijst zij anderzijds op de mogelijkheid voor [de minderjarige] om in Zweden in het Nederlands onderwijs te krijgen, waardoor [de minderjarige] altijd met haar vader zal kunnen blijven communiceren. Tot slot heeft de moeder naar voren gebracht dat het voor zich spreekt dat mocht haar verzoek worden toegewezen, er een geleidelijke overgang van het verblijf van [de minderjarige] bij de vader naar het gewone verblijf bij haar moet zijn.

3.4. De vader heeft in hoger beroep betoogd dat de rechtbank in de beschikking waarvan beroep goed tot de kern is gekomen. Hij is ervan overtuigd dat het ontwikkelingsbelang van [de minderjarige] het meest gewaarborgd wordt wanneer zij bij hem blijft wonen, in welk verband hij wijst op de navolgende tot een tweetal hoofdpunten terug te brengen redenen.

[de minderjarige] is, aldus de vader, precies in een fase waarin zij het essentiële vermogen ontwikkelt zich aan andere mensen te hechten. Het is daarbij van het grootste belang dat [de minderjarige] zich vrij en veilig voelt, zoals nu het geval is. [de minderjarige] staat heel onbevangen en open ten opzichte van andere mensen, is vol vertrouwen en kent weinig angsten. Hij geeft aan er niet aan te moeten denken welke gevolgen het voor [de minderjarige] zou hebben wanneer zij bij hem, de persoon aan wie ze het meest gehecht is en in wie zij het volste vertrouwen heeft, wordt weggehaald, waarbij nog niet gedacht is aan andere mensen en dingen waaraan [de minderjarige] in haar leventje in Nederland is gehecht. Een verhuizing naar Zweden zou het ontwikkelingsbelang van [de minderjarige] ernstig schaden.

Daarnaast en dat is het tweede hoofdpunt dat de vader naar voren brengt, is het onzeker of de moeder even goed als hij in staat is om [de minderjarige] dagelijks te verzorgen en op te voeden, in welk verband de vader erop wijst dat de moeder in oktober 2003 heeft aangegeven de zorg voor [de minderjarige] niet aan te kunnen. Dit laatste vormt, aldus de vader, voor [de minderjarige] een risico dat niet genomen mag worden. Voorts ontkent de vader dat de moeder in het eerste levensjaar van [de minderjarige] de dagelijkse zorg voor het kind volledig voor haar rekening heeft genomen, hij heeft van meet af aan veel tijd aan [de minderjarige] besteed en zekerheid en structuur in zijn werk gaan voor hem boven het maken van carriëre.

De vader betwist daarnaast gemotiveerd dat hij niet ruimhartig meewerkt aan contact tussen de moeder en [de minderjarige], in welk verband hij aangeeft op welke momenten en hoe er omgang tussen de moeder en [de minderjarige] is. Hij geeft aan voor [de minderjarige] Zweedstalige boekjes, cd’s en dvd’s te kopen en ook zelf te werken aan het verbeteren van zijn Zweedse taalbeheersing. Hij wijst erop dat [de minderjarige] inmiddels al bijna drie jaar bij hem woont, dat zij een vrolijk, sociaal en slim meisje is dat zich goed ontwikkelt (ter adstructie waarvan de vader verslagen heeft overgelegd), dat hij een flexibele baan heeft als producer, dat [de minderjarige] vanaf 18 april 2006 naar de basisschool [...] in [woonplaats vader] gaat en dat hij en [de minderjarige] zijn verhuisd naar een kindvriendelijke buurt waar binnenkort ook het beste vriendje van [de minderjarige], [...] die ook naar [dezelfde school] zal gaan, komt wonen. [de minderjarige] heeft het zowel op school als in het nieuwe huis erg naar haar zin. Ook wijst de vader er nog op te hebben ervaren hoe belangrijk rust en regelmaat voor [de minderjarige] is, in welk verband hij erop wijst dat [de minderjarige] erg van streek was nadat zij een aantal keren van ouder en land had gewisseld.

3.5. In de in de onderhavige zaak gewezen tussenbeschikking van 7 juli 2005 heeft het hof op grond van het feit dat het zich onvoldoende voorgelicht achtte, de Raad verzocht een onderzoek in te stellen en omtrent de resultaten van het onderzoek aan het hof een rapport met advies uit te brengen, in welk verband onder 4.6. van die beschikking op specifieke aspecten die in de onderhavige zaak spelen, is gewezen. Voor de inhoud en het advies dat vervolgens door de Raad is gegeven, wordt verwezen naar hetgeen hiervoor onder 2.2. is opgenomen. De moeder kan zich in het advies niet vinden, zij meent dat er geen sprake is van een afgewogen advies. Kort samengevat is naar haar mening onvoldoende meegewogen wie van de ouders in staat is de meest stabiele verzorging te geven aan [de minderjarige]. De vader stemt in met de inhoud van het rapport van de Raad, in welk verband hij erop wijst dat [de minderjarige] al haar hele leven in Nederland woont waarvan de laatste twee en half jaar bij hem.

3.6. De Raad heeft - niettegenstaande het feit dat de Raad ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangegeven dat de verschillende opvang-mogelijkheden bij de ouders niet zijn meegewogen - verklaard het in het rapport geformuleerde advies te handhaven, met name vanwege de verstoring van de continuïteit die toewijzing van het verzoek van de moeder voor [de minderjarige] met zich mee zal brengen.

3.7. Het hof is van oordeel dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende vast is komen te staan dat beide ouders zeer betrokken zijn bij [de minderjarige] en zich inzetten voor haar welzijn. Voorts is voldoende aannemelijk geworden dat beide ouders in staat en toegerust zijn om [de minderjarige] te verzorgen en op te voeden. Daarmee vervalt het door de vader naar voren gebrachte (tweede) hoofdpunt, te weten dat hij vreest dat de moeder niet in staat zou zijn goed voor [de minderjarige] te kunnen zorgen.

3.8. Uit het rapport van de Raad komt - wat er overigens zij van de kritiek van de moeder op het rapport van de Raad - voorts naar voren dat [de minderjarige] beide ouders nodig heeft, aan beide ouders is gehecht en zich bij beide ouders thuis voelt. Overigens wordt dit bevestigd door hetgeen door de ouders ter terechtzitting naar voren is gebracht. Naar het oordeel van het hof brengt dit mee dat noch voor de door de vader onder het eerste hoofdpunt opgenomen vrees noch voor de door de moeder geuite vrees grond aanwezig lijkt te zijn, te meer niet nu beide partijen die vrees onvoldoende op het kind toegespitst hebben onderbouwd.

3.9. Hiermee rest de vraag of van doorslaggevend belang moet worden geacht of [de minderjarige] in de voor haar vertrouwde omgeving moet blijven, dan wel of de door de moeder overigens aangevoerde omstandigheden dermate belangrijk zijn dat in het belang van [de minderjarige] anders zou moeten worden beslist. Het hof is van oordeel dat dit laatste het geval is en wel op grond van het navolgende.

Gelet op het middels stukken onderbouwde en door de vader onvoldoende bestreden betoog van de moeder met betrekking tot haar ouderschapsmogelijkheden in Zweden kan worden aangenomen dat, indien de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder wordt bepaald, [de minderjarige] hoofdzakelijk door haar moeder zal worden verzorgd. Indien daarentegen zou worden bepaald dat de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij haar vader zou zijn, dan heeft dit tot gevolg dat [de minderjarige] haar moeder nog slechts beperkt kan zien en dat zij voorts voor een deel aan de zorg van anderen dan de vader zal worden toevertrouwd. Alhoewel op zich, gelet op de ontwikkeling van [de minderjarige] tot op dit moment, zeker niet gezegd kan worden dat dit niet goed zou zijn (geweest) voor [de minderjarige], dient dit er naar het oordeel van het hof niet toe te leiden dat er dan maar geen verandering in haar verblijfplaats moet worden aangebracht. Immers, daarnaast is nog van belang dat, nu [de minderjarige] in Zweden later dan in Nederland leerplichtig wordt, het vaststellen van de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder tot gevolg heeft dat de omgangsmogelijkheden van [de minderjarige] met haar vader veel ruimer zijn dan de omgangsmogelijkheden met de moeder zouden zijn, indien haar gewone verblijfplaats bij haar vader zou worden bepaald. Door de gewone verblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder te bepalen, komt de zorg voor [de minderjarige] hoofdzakelijk bij één van de ouders te liggen en worden daarnaast haar omgangsmogelijkheden met de niet-verzorgende ouder ruimer, hetgeen naar het oordeel van het hof meer in het belang van [de minderjarige] moet worden geacht dan het in stand houden van de feitelijke situatie. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de moeder ter terechtzitting ook heeft toegezegd dat [de minderjarige] de komende tijd regelmatig naar de vader toe zal kunnen gaan.

Het hof realiseert zich dat verhuizing van [de minderjarige] naar Zweden een verstoring van de continuïteit in haar leven met zich mee zal brengen. Echter, gezien de leeftijd van [de minderjarige] en de goede band met beide ouders alsmede het feit dat [de minderjarige] de komende jaren naar Zweedse maatstaven nog niet leerplichtig zal zijn, verwacht het hof dat de wijziging in haar leefomgeving niet te belastend voor [de minderjarige] zal zijn.

Het hof acht het voor de ontwikkeling van [de minderjarige] van groot belang dat zij, gelet op haar jonge leeftijd, de band met beide ouders kan onderhouden en ontwikkelen. Het hof verwacht dat beide ouders zich in zullen spannen daar zorg voor te dragen en de overgang naar Zweden voor [de minderjarige] zorgvuldig zullen voorbereiden en begeleiden.

3.10. Dit leidt tot de volgende beslissing.

4. Beslissing

Het hof:

  • vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;
  • bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder zal zijn;
  • verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door Mv. mr. S. Clement, Mv. mr. M. Wigleven en Mv. mr. M.J. van Zutphen in tegenwoordigheid van mr. J. Cornel-Lubberts als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2006 door de rolraadsheer.

==============================================

Mevrouw mr. S. CLEMENT, geboren sep 1955

mw. mr. S. Clement is Raadsheer aan het Gerechtshof Amsterdam sinds 2003-04-24

FUNCTIES:

  • Voorheen: Ambtenaar Hoge Raad der Nederlanden, Den Haag (vanaf 1 september 1985)
  • Gerechtsauditeur Hoge Raad der Nederlanden, Den Haag (vanaf 29 juni 1988)
  • Rechter-plaatsvervanger aan de Rechtbank Haarlem (vanaf 2 maart 1992)
  • Rechter-plaatsvervanger aan de Rechtbank Den Haag (vanaf 25 augustus 1993)
  • Rechter aan de Rechtbank Den Haag (vanaf 1 oktober 1994)
  • Raadsheer aan het Gerechtshof Amsterdam (vanaf 24 april 2003)
  • NU: Raadsheer aan het Gerechtshof Amsterdam (sinds 24 april 2003)

NEVENFUNCTIES

  • Beoordelaar (2x per jaar) Pleitoefeningen (sinds 1 januari 2003)

--------------------------------------------------------------

Mevrouw mr. M. WIGLEVEN, geboren apr 1946

mw. mr. M. Wigleven Raadsheer aan het Gerechtshof Amsterdam sinds 2002-01-01

FUNCTIES

  • Voorheen: Advocaat en Procureur te Amsterdam kantoor Stibbe Simont Monahan Duhot (beëdiging in 1970, maar inmiddels kennelijk advocaat af.)
  • Raadsheer-plaatsvervanger aan het Gerechtshof Den Haag (vanaf 21 maart 1995)
  • Raadsheer aan het Gerechtshof Den Haag (vanaf 1 maart 1997)
  • NU: Raadsheer aan het Gerechtshof Amsterdam 1 januari 2002

NEVENFUNCTIES

AUTEUR VAN:

  • Personen- en familierecht 1997 / onder red. van: M. Wigleven. Sdu Uitgevers Juridisch & Fiscaal, 1997. ISBN 9054091266. Bundeling van de wet- en regelgevingsteksten van het Nederlandse personen- en familierecht.

---------------------------------------------------------

Mevrouw mr. M.J. van ZUTPHEN

mw. mr. M.J. van Zutphen is Raadsvrouw-plaatsvervanger aan het Gerechtshof Amsterdam sinds 2003-07-17 en Raadsvrouw aan het Gerechtshof Arnhem sinds 2006-11-15

FUNCTIES:

  • Voorheen: Juridisch medewerker afdeling Algemene Bestuurlijke &Juridische Zaken gemeente Amsterdam
  • Rechter-plaatsvervanger aan de Rechtbank Haarlem (vanaf 2 maart 1992)
  • Rechter aan de Rechtbank Haarlem (vanaf 4 februari 1994)
  • Nu: Raadsheer-plaatsvervanger aan het Gerechtshof Amsterdam (sinds 17 juli 2003)
  • Raadsheer aan het Gerechtshof Arnhem (sinds 15 november 2006)

NEVENFUNCTIES

  • Voorheen: Lid van de Ouderraad en medezeggenschapsraad van het Hervormd Lyceum Zuid Amsterdam
  • Nu: Bestuurslid Stichting Kindertehuis Zandvoort in Haarlem (vanaf 1 april 2003)
  • Bestuurslid Stichting Zes Continenten in Amsterdam (sinds 2004-01-01)

donderdag, juli 19, 2007

13. Judith en haar vader :: Hoe heeft het kunnen gebeuren?

Judith was een vaderskindje. Haar band met pappa was sterker dan die van haar broers en zussen. Zo voelde ze dat tenminste tot haar dertiende. Toen ging haar vader van de ene op de andere dag weg. "En mijn moeder bleef dood ongelukkig achter. Haar verdriet was zo groot dat ik niet anders kon dan me solidair met haar verklaren. Voor mijn gevoel moesten we er samen doorheen. Verstandelijk gezien, besefte ik inmiddels echt wel dat het niet de juiste houding voor een kind was. Om mijn moeder te steunen, heb ik alle contact met mijn vader verbroken".

"Ook mijn broers en zussen volgden uiteindelijk mijn voorbeeld. Mijn vader heeft gevochten maar hij kreeg geen voet aan de grond. Achteraf verbijstert me dat. Hij was een goede pappa sloeg ons niet, misbruikte ons niet en hield van ons, maar geen rechter of maatschappelijk werker in Nederland kwam voor hém op. Het enige dat hij continu hoorde, was dat het 'in het belang van zijn kinderen' zou zijn om de strijd te staken. Indertijd was ik daar blij mee, ik vond immers dat wij het grootste gelijk van de wereld hadden om het contact met hem te frustreren. Het was in mijn optiek allemaal "net goed". Nu denk ik echter: Hoe heeft het kunnen gebeuren?"

Dilemma
"Het belang van de kinderen", gaf mijn moeder een legitimatie om ons bij mijn vader weg te houden. Er was immers niemand die haar en ons zei dat dat oneerlijk en fout was. Sterker nog we werden in onze keuze door iedere instantie bevestigd. Mijn vader kreeg bijvoorbeeld te horen dat zijn kinderen zo gespannen en onrustig waren nadat ze een weekend bij hem waren geweest. Dat was toch logisch. Mijn jongste broertje was vier. Na het eerste bezoek kwam hij nog uitgelaten thuis om enthousiast te vertellen wat hij allemaal had meegemaakt. Bij mijn moeder schoten de tranen in de ogen. Als kind wil je je verhaal kwijt, maar ook de volwassene van wie je houdt geen pijn doen. Zo stel je een kleuter voor een onmogelijk dilemma."

"De eerste jaren heb ik mijn vader helemaal niet gemist. Ik was te veel vervuld van mijn gelijk. Later ben ik hem een aantal keer tegengekomen in de rechtszaal. Dan zag ik zijn verdriet en dat raakte me wel, maar ik dacht ook: Je moest eens weten hoeveel verdriet je ons hebt aangedaan."

"Daarna heb ik nog een keer of vier een zakelijke afspraak met hem gehad. Om onder andere de studiefinanciering door te spreken. Die liepen steevast uit op ruzie. Ik kon er ook niet tegen dat hij mij vertelde over hoe ellendig hij zich voelde. Hij bezorgde me een schuldgevoel. Ouders die gaan scheiden hebben blijkbaar zo veel verdriet dat ze over het hoofd zien dat de kinderen ook lijden. Ze maken ons verdriet ondergeschikt aan dat van hen.

Vervreemd
"Het contact met mijn vader is nooit hersteld. Ik heb hem in vijftien jaar nauwelijks gesproken. Dat is een langere tijd dan dat hij als mijn vader heeft gefunctioneerd. Ik voel geen haat meer, maar iets weerhoudt me ervan het contact te herstellen. Ik denk dat we te veel van elkaar zijn vervreemd. Hij heeft mijn puberteit niet meegemaakt, mijn eerste verliefdheden niet gezien, was niet bij mijn huwelijk en kent mijn kinderen niet. Ik ben als de dood dat ik bij hem van alles losmaak als ik naar hem toe ga. "Mijn moeder staat achter dit interview. We hebben het lang geleden uitgesproken en zij vindt het achteraf ook erg wat er is gebeurd. Voor mij kwam het besef toen mijn opa overleed. Mijn moeder was dol op haar vader en had ontzettend veel verdriet. Toen werd ik plotseling heel kwaad op haar. Zij voelde op dat moment wat ik jaren eerder had gevoeld, maar zij had tenminste nog recht op een rouwproces."

"In feite ben ik alleen nog kwaad op al die hulpverleners. Waar waren zij toen het ouderverstotingssyndroom zich in ons gezin manifesteerde? En nu is het te laat. De leemte die ik voel, kan nooit meer worden opgevuld."

Uit: "Ik mis het gevoel iemands kind te zijn"; Telegraaf, van Marjolein Hurkmans, 27 december 2000

12. Rene Diekstra over zijn studenten en het ouderverstotingssyndroom

In een column voor het dagblad De Gelderlander schrijft Rene Diekstra vlak voor kerst 2005 over het volgende verschijnsel dat hem bij zijn jonge studenten opviel:
Eén van mijn studenten, een 19 - jarige jongeman, presenteerde onlangs zijn paper voor het vak Inleiding in de Psychologie. Hij had als onderwerp het ‘parental alienation syndrome’, het oudervervreemdingssyndroom, gekozen. Toen ik hem aan het eind vroeg wat hem tot deze keuze gebracht had, antwoordde hij dat het een persoonlijk gemotiveerde keuze was. Zo’n antwoord spreekt boekdelen over een verontrustend verschijnsel dat in onze tijd een bijna epidemisch karakter heeft en dat toch vrijwel onbesproken blijft.
Diekstra concludeert dan aan het eind van zijn column over dit verschijnsel:
... als gevolg van het oudervervreemdingssyndroom bestaat er onder en tussen ons een omvangrijke cultuur van aanzetten tot haat, waar we als samenleving weinig aan doen. Dat is des te wranger omdat we voortdurend van politiek en justitie te horen krijgen dat aanzetten tot haat met kracht bestreden moet worden en de wet daarvoor desnoods moet worden aangepast. Maar we hebben daarbij dan altijd jihadisten of neo-nazi’s op het oog, en niet ‘gewone’ ouders.

Uit: "Haat van ouder op kind", Column door Rene F.W. Diekstra in De Gelderlander van 21 december 2005

11. Chris over zijn vader :: Ik mis het gevoel iemands kind te zijn.

"Ik herinner me hoe mijn vader buiten op het raam stond te bonzen", vertelt Chris (35). Binnen brandden de lampjes in de kerstboom. Uiteindelijk brak het raam en dat maakte me woedend. Al die ellende van de scheiding en dan ook nog een kapotte ruit...

Dat mijn vader het deed omdat hij mij wilde zien, kon me niets schelen tot ik als volwassene een speelfilm zag over een scheiding. Daarin gebeurde ongeveer hetzelfde. Ik heb de hele avond zitten huilen. De volgende dag heb ik mijn vader gebeld. Ik had hem toen tien jaar niet meer gezien. (...)

Chris heeft geprobeerd het contact te herstellen. Maar het werkte niet. "Inmiddels sturen we elkaar nog jaarlijks een kerstkaart en hij is ook op kraam visite geweest toen mijn kinderen werden geboren. We hebben niets met elkaar en toch mis ik hem. Niet zo zeer de man als het gevoel. Ik betrap me erop dat ik emotioneel raak als ik een film of zelfs een reclame zie waarin de band tussen vader en kind centraal staat. Ik mis het gevoel iemands zoon te zijn."

Uit: "Ik mis het gevoel iemands kind te zijn"; Telegraaf, van Marjolein Hurkmans, 27 december 2000

10. Mylene van den Boogaert over haar vader

Gescheiden ouders, verscheurde kinderen

Moeder hield kinderen jarenlang bij ex weg

De Telegraaf, door Joop Udo, 25 september 1994

Mylène met haar dochtertje: " Misschien stemmen mijn ervaringen mensen tot nadenken wanner zij "in het belang van het kind" te handelenVan haar moeder mocht ze, met steun van de rechter, na de echtscheiding haar vader niet meer zien. Hij was een lafaard, vreemdganger, egoïst en hij hield toch niet van zijn kinderen, kreeg een jong meisje te horen. Zoals vaker gebeurt bij een verbitterd gevecht om de kinderen.

Nu ze allang volwassen is en zelf drie kinderen heeft is Mylene van den Boogaert (33) dol op haar vader en wil zij haar moeder niet meer ontmoeten. Want de waarheid over papa bleek heel anders dan haar was voorgesteld.

Na jaren vol verdriet en verscheurde gevoelens voelt Mylene zich sterk genoeg haar verhaal te vertellen.

"Omdat volwassenen eindelijk eens moeten beseffen wat zij kinderen aandoen als die na een stuk gelopen huwelijk worden gescheiden van hun vader of moeder.


HAARLEM -Ze had de telefoon al heel wat keren in de hand gehad. 'Telkens als Mylene van den Boogaart weer iets had gelezen over drama's rond echtscheidingen, waarin Dwaze Vaders vol emoties riepen dat zij toch ook recht hadden op omgang met hun kinderen. En telkens weer durfde ze niet te bellen om haar verhaal te vertellen. Het verhaal van een verscheurd kind, dat na een stuk gelopen huwelijk zelf ook werd gescheiden. Gescheiden van haar vader. Omdat het verdriet over de scheiding uitmondde in verbittering tegenover de ex-partner.

"Het moet er nu maar eens van komen", dacht Mylene toen ze de afgelopen weken opnieuw las over ouders, vaders en moeders die er alles aan doen om tenminste een glimp van hun kinderen op te vangen. Het gevecht van 'Dwaze Vader' Jan Dijkstra uit het Friese Bolsward gaf de doorslag. De ex-vrouw van Dijkstra wilde in een kort geding de vader een volledig contact-, publiciteits- en straatverbod laten opleggen. Die vorderingen wees de president van de rechtbank in Leeuwarden alle drie af.

"De verlangens van die moeder waren voor mij de druppel die de emmer deed overlopen", zegt Mylene. "Ze weet gewoonweg niet wat ze haar kinderen aandoet voor hun latere leven. Volwassenen denken in zulke situaties te handelen in het belang van hun kinderen. Maar dat doen ze niet. Als kind wil je niet kiezen, wil je niet worden gescheiden van je vader of moeder. Tenzij er iets heel ergs is gebeurd."

Objectief

"Ik vertel niet over mijn ervaringen om iemand onderuit te halen. Wel om volwassenen, ook kinderrechters en mensen bij de Kinderbescherming, te wijzen op hun grote verantwoordelijkheid. In mijn geval stonden ze heel ver van me af. Er zijn beslissingengenomen op basis van beweringen, zonder die goed te onderzoeken. Hoe objectief was de kinderrechter? Was mijn vader echt niet geschikt om ,met mij mijn jongere broer en mijn oudere zusje, om te mogen gaan?"

"Jaren lang is mij wijs gemaakt dat er niets deugde van mijn vader. Ik ben het gaan geloven. Totdat ik veel later de moed had hem op te zoeken. Ik heb een brief van zes kantjes naar hem geschreven. Toen is hij weer in mijn leven gekomen. En ik wil dat hij daar nooit meer uit verdwijnt. Vroeger hield ik al van hem, zat ik veel bij hem op schoot. Na de scheiding ben ik ondanks alle verhalen naar hem blijven verlangen; En nu weet ik weer waarom. Wat heb ik die man gemist."

Schok

Mylene herinnert zich de aankondiging van de echtscheiding in 1969 als de dag van gisteren. Ze was pas acht jaar en woonde in Breda. "Bij het ontbijt kregen we te horen: 'Papa gaat ergens anders wonen'. Het was een hele schok voor mij, m'n broer en zus, vooral omdat er verder niet over werd gepraat. We moesten alle drie gewoon naar school. Mijn moeder zei wel gauw: 'Als je vader maar niet denkt dat hij jullie elke week even kan komen ophalen'."

Het was voor Mylene het begin van een periode vol vertwijfeling. Tot in detail vertelt ze over de talrijke vragen waarmee ze zat en waarmee ze bij niemand terecht kon.

Vooral niet nadat haar moeder anderhalf jaar na de scheiding hertrouwde. "Ze was heel streng voor ons. Over die slechte vader viel niet te praten. Als kind ben je gemakkelijk te manipuleren en ga je zulke slechte verhalen geloven. Zeker als je na een tijdje niets meer hoort van je vader. Pas veel later heb ik vernomen, dat hij heel wat keren heeft gebeld en dat de telefoon telkens werd neergegooid. Als we toevallig een verjaardagskaartje bij de post aantroffen, zei mijn moeder: 'Wat moet je met die kaart? Gooi weg dat ding'. Mijn vader heeft ook wel tien verzoekschriften ingediend bij de rechter, zoals later is gebleken. Maar daarvan wisten wij als kinderen niets. "

Mylene, die over haar ervaringen een boek gaat schrijven, vervolgt: "Ik werd heen en weer geslingerd: ik woonde bij mijn moeder en wilde haar geen pijn doen, maar ik verlangde ook naar mijn vader.

Onze stiefvader heeft op zijn manier zijn best gedaan, ook al was er sprake van weinig liefde. Het was moeilijk 'papa' tegen hem te moeten zeggen, terwijl ik mijn eigen vader niet mocht zien. Uiterlijk lijk ik op mijn vader. Het deed vreselijk pijn als mijn moeder tegen me zei: 'Wat lijk je toch veel op die vent. ' Misschien mede daarom ben ik in mijn puberteit een moeilijk meisje geworden,"

Mylene vertelt oprecht over de periode waarin ze winkeldiefstallen pleegde en thuis onhandelbaar was. Ze belandde op haar vijftiende jaar in een internaat bij de nonnen en werd later overgeplaatst naar de Heldring Stichting in Zetten. Op het laatste adres zegt ze voor het eerst begrip te hebben ontmoet voor haar problemen. "Ik ben daar goed opgevangen, het was net een soort thuis."

Op haar achttiende jaar besloot ze met een oudere man te trouwen, zoals ze nu zegt om een gevoel van geborgenheid te hebben. Omdat ze toen nog toestemming voor dat huwelijk nodig had, ontstond er een vluchtig contact met haar natuurlijk vader.

Na een aantal jaren, ze was inmiddels moeder van twee kinderen, besloot Mylene zelf ook te scheiden. "Vanwege omstandigheden waarover ik niet verder wil uitweiden, heb ik toen bijna dezelfde fout gemaakt als destijds mijn moeder. Ik heb een periode gehad waarin ik de kinderen weg wilde houden van mijn ex-man. Gelukkig ben ik op tijd tot het besef gekomen dat hij altijd de vader van mijn kinderen zal blijven. Daarom hebben wij nu een goede omgangsregeling."

Doodeng

Mylene van den Boogaart woont inmiddels samen "met een lieve man", met wie ze samen een dochtertje van vier maanden heeft. Over de definitieve hereniging met haar vader (na 22 jaar in 1991) zegt ze: "Ik vond het aanvankelijk doodeng. Eerst hadden we een oppervlakkig gesprek. Pas nadat ik had aangedrongen om eens goed met elkaar te praten, is hij los gekomen en is het allemaal erg emotioneel geworden. We hebben gehuild en gehuild en daarna is alles open gegooid. Pas toen is me duidelijk geworden dat mijn váder zich nooit heeft kunnen verdedigen. Niet tegenover ons, niet bij de rechter en niet bij de Kinderbescherming."

"Ik heb het al die jaren vreselijk gevonden om als kind altijd maar vragen te moeten beantwoorden. Waar is je vader? Waarom is hij van je moeder af? Op een gegeven moment wilde ik niet meer antwoorden en uitleggen. Toen ben ik gaan fantaseren over een verkeersongeluk. Hoefde ik meteen niet meer na te denken over mijn problemen. En als er vragen kwamen over mijn vader of moeder antwoordde ik dan: 'Ze zijn dood, omgekomen bij een verkeersongeluk'. Daar ben ik niet trots op, maar het geeft wel aan hoe ik emotioneel in de knoop zat. Als ik met dit verhaal weet te bereiken dat slechts een kind niet wordt weggehouden van zijn vader, ben ik al tevreden.

Misschien stemmen mijn ervaringen heel wat mensen tot nadenken als ze menen "in het belang van hun kinderen" te handelen.

9. Aletta's verhaal :: Wie is mijn vader?

Ga naar de website "Wie is mijn vader?" om Aletta's verhaal te lezen zonder te hoeven scrollen

Aletta's verhaal

Mijn ouders gingen scheiden toen ik een jaar of 7 was. Er werd ons niets verteld, we wisten wel dat ze vaak ruzie hadden. Ineens woonden we ergens anders. Van een bezoekregeling wist ik als kind natuurlijk niets. Mijn vader dronk nogal en dus zagen we hem zo nu en dan onder toeziend oog van oma. Maar na verloop van tijd, en ik weet niet hoe vaak we hem gezien hebben, maar dat is beslist weinig geweest, zagen we onze vader helemaal niet meer.

Mijn moeder had er een handje van om mijn vader af te doen als de grote boosdoener. En na verloop van tijd wilde ik zelf geen contact meer met hem. Want het was toch een klaploper, een nietsnut en een alcoholist?

Door al deze toestanden, en ik geef niet alleen mn moeder de schuld hiervan, heb ik mijn vader 20 jaar niet gezien.

Tot op het moment dat ik zelf ging scheiden en eens rustig ging nadenken; het moet nogal wat zijn als vader zijnde en je kinderen nooit meer zien. Ik heb de stoute schoenen aan getrokken en mn vader opgespoord.

Ik ben naar hem toegegaan en zijn verhaal aangehoord; goh. dat bleek toch anders als dat mijn moeder verteld had. En mijn vader hield dus wel van ons! Het was een hele emotionele ontmoeting waar ik heel veel van geleerd heb.

Immers, ik ben nu 39 en moet ik nu mn vader nog leren kennen??? Ik had mn vader al veel eerder moeten kennen. 20 jaar gewoon weg he? Als ik nu mensen hoor die willens en wetens hun kinderen weghouden bij hun andere ouder, in veel gevallen is de vader de pineut, word ik woest!!! Ze hebben geen idee wat ze hun kinderen daarmee aandoen! En ik vind het tijd dat instanties daar eens wat aan doen, want nu is het zo dat de verzorgende ouder ongestraft hun kinderen in de vernieling helpen.

Over het algemeen zijn het moeders die verkeerd gedrag vertonen, omdat kinderen merendeels aan moeder worden toegewezen. Het is allemaal zo ontzettend krom!

Ik zie het als een vorm van mishandeling. Geestelijk wel te verstaan, maar zie dat maar eens te bewijzen.

Ik hoop dat mijn verhaal kan bijdragen. Ik hoop het althans!

8. Sophia's verhaal :: Wie is mijn vader?

Ga naar de website "Wie is mijn vader?" om Sophia's verhaal te lezen zonder te hoeven scrollen

Sophia's verhaal

Ik was 6 toen mijn ouders gingen scheiden, ik ben me daar absoluut niet bewust van geweest. We gingen bij een andere man wonen en die werd een beetje mijn papa. Contact was er niet, een bezoekregeling kan ik me ook niet herinneren.

In de loop van de jaren kwamen de verhalen dat mijn vader vreemd was gegaan en dat hij naar de hoeren ging! HIj wilde niks met ons te maken hebben en het ging altijd alleen maar om geld. Interesse in school, hobby's etc was er niet. Mijn moeder was absoluut begatief over hem en mijn zus haat hem nog veel meer.

Toen ik 18 jaar was daagde mijn vader me uit via een rechtzaak over het betalen van de alimentatie, eigenlijk een kwestie met mijn moeder. Ik voelde me helemaal in de steek gelaten dat hij niet meer voor me wilde betalen, mijn moeder versterkte dit gevoel uiteraard. Ik heb toen haar meisjesnaam aangenomen om voorgoed met mijn vader te breken.

Nadat ik op mijn 23e uit huis ging en samenwonen kwamen de meningsverschillen met moeder en zus. Over alledaagse dingen en zoals ik tegen het leven aankijk. In de loop van de jaren zei mijn moeder en zus eigenlijk steeds vaker dat ik op mijn vader lijk! Dat doet heel erg pijn als je altijd alleen maar negatieve verhalen van hem hebt gehoort, uit hun mond.

Een paar jaar geleden is het geescaleert en gaf mijn moeder aan dat ze er spijt van heeft dat ik haar meisjesnaam heb aangenomen. Ze zei letterlijk; " Je bent en blijft een (achternaam van mijn vader)". Ik heb haar toen gezegd dat ik ook niet van de melkboer ben en dat het logisch is dat ik ook karaktertrekken van hem heb.

Na mijn trouwen heb ik mezelf overwonnen en heb ik een brief naar mijn vader geschreven, het adres was mij wel bekend. Het was een hele overwinning. 5 Dagen later kreeg ik een email van hem en 1 maand later ben ik hem gaan opzoeken. Dat was heel erg emotioneel en mijn vader is een erg lieve man en helemaal niet de man zoals mij voorgehouden werd. Ik heb daar heel erg veel moeite mee, nog steeds.

Het is nu 1 1/2 jaar geleden. Sinds 2 1/2 jaar is er geen contact meer met mijn zus en sinds 1 jaar niet meer met mijn moeder. Zij weten niet van mij dat er contact was, dat durfde ik niet te zeggen. Ik denk dat het via via daar terecht is gekomen. Mijn moeder is onlangs verhuisd en ik weet nu niet meer waar ze woont, ze heeft mij niet in kennis gesteld hiervan.

Na 24 jaar heb ik mijn vader terug en daar ben ik heel blij om, maar nu ben ik moeder en zus kwijt...heel moeilijk, maar er is zoveel gezegd dat ik ook niet anders wil nu. Helaas is mijn moeder ernstig ziek en dat maakt het wel heel moeilijk.....

Ik ben nu in therapie om dit alles te verwerken en hoop het allemaal een plaatsje te kunnen geven.

Ik hoop dat mijn verhaal herkenning geeft voor anderen, zoek hulp en los het niet alleen op. Dat gaat niet!

woensdag, juli 18, 2007

7. Stukjes uit je leven :: Vader Dees van der Hoofd aan zijn dochter Stephanie

Stukjes uit je leven

Vader Dees van der Hoofd uit Hoorn heeft onder de titel "Stukjes uit je leven" een prachtige website gemaakt voor zijn dochter Stephanie, van wie hij zielsveel houdt, maar waarvan hij sinds 24 oktober 1997 helemaal nooit meer iets heeft gehoord.

Hoewel vader Dees hiervan op zijn website niets laat merken,
de website is immers voor zijn dochter Stephanie, is toch duidelijk hoeveel verdriet hij hiervan moet hebben en hoe machteloos hij zich hierover voelt.

Op de voorpagina van zijn website schrijft Dees aan zijn dochter:
Op dit moment ben je 16 jaar.
Deze website is gemaakt om je te laten weten
dat je geen één dag uit mijn gedachten bent weggeweest.
Ook al is er geen direct contact tussen ons mogelijk geweest.
Op deze website staan stukjes beschreven uit jouw leven
met foto's die ik gemaakt heb tot je bijna zeven jaar oud was.
In de zomer van 1997 is moeder Yolanda zonder overleg met of instemming van vader Dees en met medeneming van dochter Stephanie zomaar onder geheimhouding van haar toekomstige woonadres met de noorderzon - haar eigen geluk achterna - vertrokken naar Italië onder eenzijdige verbreking van de bestaande 14-daagse omgangsregeling tussen vader en dochter.

In de week voorafgaand aan 24 oktober 1997 - de dag waarop vader Dees zijn dochter voor het laatst heeft gezien - zijn moeder en dochter dan nog één keer in Nederland in verband met de trouwpartij van een zus van de moeder.

Maar sindsdien - nu 10 jaar geleden - heeft vader Dees nooit meer iets gehoord van zijn dochter en houdt moeder Yolanda het nieuwe Italiaanse verblijfsadres van dochter Stephanie in Italië in samenzwering met eigen haar moeder, de oma Truus uit Schagen, angstvallig verborgen.

Vader Dees schrijft daar op zijn website "Stephanie van der Hoofd - Stukjes uit je leven" ingetogen over:















Sito Italiano
- Storia
- Frammenti
- Un sabato ad Amsterdam
- Sinterklaas
- Partenza per l'Italia
- A scuola e telefonata dall'Italia 1997
- Ritorno in Olanda ottobre 1997

Nederlandse site
- Geschiedenis
- Fragmenten De eerste week 1990
- Een zaterdag in Amsterdam
- Sinterklaas
- Vertrek naar Italie
- Op school en telefoon uit Italië 1997
- Terug in Nederland oktober 1997

6. Verslag van grootmoeder Tiny :: Op weg naar Midden-Duitsland!!!


Toelichting vooraf:

Hieronder het verslag van Tiny over haar ervaringen als oma met een tweetal omgangsbezoeken aan haar binationale kleinzoon in Duitsland. Elke gelijkenis met in het echt levende personen is geheel toevallig.

Op weg naar Midden-Duitsland!!!

Donderdag vertrokken naar Overijssel hier overnacht om op vrijdag samen met onze zoon Mark naar onze kleinzoon in Midden-Duitsland te gaan.

Na een rit van 250 km hebben we de caravan vlakbij onze eindbestemming in Midden-Duitsland op een boscamping neergezet.

Zaterdag om half negen naar het huis van de Duitse moeder van onze kleinzoon aan de X-strasse.

Waren er veel te vroeg dus ging Mark eerst boodschappen doen voor zijn zoontje wat hij mag eten. Wij terug naar de auto en Mark naar de X-strasse. Na vijf minuten kwam hij hijgend terug want er stonden twee vrouwen voor de deur dus vroeg hij of we mee wilden gaan. Bij de flat aangekomen waren ze weg. Mark aangebeld(diverse malen) maar geen reactie. Na 10 minuten kwam er een Moeder met 3 kindertjes naar buiten waardoor de toegangsdeur van het flatgebouw open bleef. Ik ben met Mark naar boven gelopen. Daar bleek dat de bel afgezet was, want hier deed de bel het ook niet.

Ik stond te trillen op mijn benen want hoe zou de reactie zijn als ze, na herhaaldelijk kloppen van Mark, open zou doen, en mij zag staan. Maar het waren vergeefse pogingen wel hoorden we ons kleinkind door de gang gaan op een fietsje of i.d., ook was er hevige muziek.

Nadat Mark door de brievenbus geroepen had naar zijn zoontje, dat pappa er was, werd het stil wat betreft ons kleinkind. Volgens mij werd hij de kamer mee ingenomen.

Uiteindelijk zijn we weer naar beneden gegaan en heeft Mark de politie gebeld en gevraagd of ze wilden komen voor bemiddeling.

Wij liepen naar de overkant om te kijken of er boven enige beweging was. Er liep steeds een vrouw langs met een hond die heel irritant deed, die naar we later van Mark hoorden ook voor de deur stond toen hij de eerste keer aan de deur was.

Toen de politie kwam bleef ze ook steeds in de buurt staan om het gesprek te kunnen afluisteren. Mark bleef heel rustig en vertelde wat de problemen waren. Hierna zijn de mannelijke en de vrouwelijke agenten naar boven gegaan.

Na vijf minuten waren ze weer beneden met de mededeling dat Mark zich niet aangemeld had en dat zijn zoontje ziek was, waardoor hij hem niet meekreeg. Ze konden niet vaststellen of dat zo was maar volgens hun zeggen zou ze naar de dokter gaan met ons kleinkind. Verder konden ze de Duitse moeder niet dwingen om ons kleinkind mee te geven. Ze zouden een rapport opmaken en naar het Jugendamt sturen. Waarom dat is, ik weet het niet. Of staat ze nog steeds onder controle bij dat ambt? En hoe weet de politie dat dan?

Al met al was het zeer emotioneel om zo dicht bij te zijn en geen contact te krijgen met onze kleinzoon.

Mark belde met D. (een persoon die hem bijstaat in Duitsland) om te vertellen hoe het was en sprak af dat we hem zouden ontmoeten in een restaurant.

We zijn door een park gaan wandelen en maar bedenken hoe we toch contact zouden kunnen krijgen. Uiteindelijk besloot ik voor mezelf dat ik nog een keer alleen naar S. (de Duitse moeder van ons kleinkind) zou gaan. Hopende dat het zou helpen als ik er alleen was en ze alsnog open zou doen. Maar het tegendeel bleek waar te zijn, de deur bleef gesloten.

Met D. gesproken, wat ik in het Duits niet goed kan volgen, dus van dat gesprek weet ik niet veel. Alleen vond hij dat Mark te snel de politie gebeld had omdat hij er beter bij had kunnen zijn. Wat dat voor verschil uitmaakt begrijp ik niet want ik vond dat Mark dat best zelf kon en netjes deed ook.

Wel zei hij tegen ons, toen Mark naar het toilet was, dat Mark het met zijn verstand zou moeten aanvaarden, dat het zo was zo als het was, en zich niet gek moest laten maken door de Duitse moeder.

We zijn om twee uur weer terug gegaan naar de camping.

Ik dacht, wat moeten we ermee zou het zin hebben om morgen toch weer te gaan. Doodmoe waren we alle drie waardoor je ook wat prikkelbaarder word. Maar nadat we gegeten hadden en op de luie stoelen wat uitgerust waren, waren we er weer.

Vol goede moed gingen we zondag om acht uur weer op weg. Maar hoe het kwam weten we niet maar we namen de verkeerde afslag. Eentje verder dan gisteren waardoor we heel anders de stad in kwamen. Even voorbij een kruispunt riep Mark in eens daar gaat S. (de Duitse moeder van ons kleinkind) aan de andere kant van de weg. Ik herkende haar niet waardoor ik ook zei, is dat wel zo. Mark was zeer duidelijk. We zijn gekeerd waardoor ze verder weg was, bij stoplichten ging ze rechtsaf. Wij moesten stoppen voor rood waardoor we zenuwachtig werden, dat ze verdwenen zou zijn. Ons had ze zeker niet gezien. We kregen haar weer in het vizier en even later stapte ze af op dat moment waren wij naast haar. Wij op de weg en zij op het trottoir. Ze keek opzij toen we stopten en in een flits zag ze ons. Mark eruit en naar haar toe maar ze zat alweer op de fiets met het “zieke” kind achterop. Hoe snel ze het deed weet ik niet maar ze was zo verdwenen achter een flat en door een poortje gegaan en bij iemand naar binnen. Mark heeft nog wel wat gezegd maar ook nu bewonderde ik hem dat hij niet ging schreeuwen waardoor zijn zoontje overstuur zou kunnen raken.

Wij zaten als versteend in de auto. Ik heb ook alleen maar haar gezicht gezien verder niets. Ze zag er slecht uit, dat wel. Mark heeft toen D. gebeld want die zou om negen uur in de X-strasse staan. Hij vertelde dat we haar tegen waren gekomen en dat ze bij iemand binnen in een flat zat. De vrouw bij wie ze naar binnen was gegaan kwam naar buiten en zette de fiets in de kelder en sommeerde Mark om van het terrein af te gaan. Inmiddels waren wij ook uit de auto en liepen er rond alsof het niet om ons ging of wat dan ook, zo onwerkelijk.

Nadat D. met zijn vrouw gekomen waren hebben ze gediscussieerd over hoe nu verder. Welke deur is ze binnen gegaan etcetera. Mark weer omgelopen en kwam tot de overtuiging dat ze de deur in was gegaan die toegang gaf tot de beneden verdieping. Wij op iedere hoek kijken of ze niet via een andere weg, weg zou kunnen zijn gegaan. Mark en D. hebben toen aangebeld. Hoe dat daar toeging weet ik niet maar uiteindelijk hebben ze de Duitse moeder van ons kleinkind gesproken. Maar ze wilde ons kleinkind niet meegeven omdat hij volgens haar nog steeds ziek was. En ze begon gelijk te schelden en te tieren dat ze geld van Mark kreeg.

Even later weer de politie gebeld en dezelfde als gisteren kwamen weer maar deden niets. Wel zouden ze weer een rapport opmaken en naar het Jugendamt sturen. Wij werden gesommeerd om te vertrekken anders leek het op stalken en ze zette ook vraagtekens bij ons verhaal dat we haar onderweg tegen waren gekomen. Het zou best eens zo kunnen zijn dat we bij haar huis hadden gewacht werd zelfs gesuggereerd.

Weer sta je vlakbij en zie je je kleinkind niet. Het is net of het niet echt is, het lijkt wel een soap. Wat zijn dan je gevoelens, je word koud van binnen of er een muur om je heen komt.

Iedere dag ben je er mee bezig ook dat is niet goed. Iedereen moet weer verder met leven, andere dingen zijn ook belangrijk.

Als Mark ons alle foto’s geeft die hij heeft , maken we er wel een fotoboek van, want hij hoort erbij , hij is een nazaat van ons dat kan S. (de Duitse moeder van ons kleinkind) niet veranderen.

Machteloos sta je en het heeft ons heel wat energie gekost deze twee dagen.

Een bezorgde grootmoeder.



Deel 2: Onverwachts toch weer op weg naar Midden-Duitsland maar nu met de trein.

(Deel 2 van het verslag van een grootmoeder over het bezoek aan haar kleinkind bij een Duitse moeder in Midden Duitsland)

Twee weken later zijn we opnieuw naar Midden-Duitsland afgereisd om onze kleinzoon voor het eerst te ontmoeten. We hebben onze kleinzoon toen inderdaad ook voor het eerst gezien. Dat was tevens tot nu toe de enige keer. Het verslag over deze tweede reis volgt hieronder.

Via het Jugendamt heeft Mark vernomen dat zijn zoontje om 10 uur op 26 augustus 2007 “overhandigd” zal worden op een speelplaats achter een kerk vlakbij de Moeder in de buurt.

We overnachten in een klein hotel aan de rand van de stad na een treinreis van ruim zes uur. Mark en zijn vader nemen beneden nog een pilsje en ik blijf boven en zet kamille thee voor mezelf.

Zaterdag

De volgende ochtend gaan we kwart voor negen met de bus richting station en vandaar uit lopend naar het speelplaatsje. Het weer is somber en het miezert een beetje. Om kwart voor tien zijn we op de plaats van bestemming, waar wonder boven wonder de moeder al onder begeleiding van een andere vrouw loopt, met ons kleinkind. Wij hielden ons wat afzijdig terwijl Mark zijn zoontje aanpakte met een schuin oog keek hij naar ons.

Wat een emotionele gewaarwording om voor het eerst je kleinzoon te zien lopen met je eigen zoon. In het begin wilde hij alleen maar gedragen worden door Mark maar die liet zich niet aldoor verleiden om dat te doen. Met argus ogen bekeek hij ons vond het maar niets die vreemde mensen.

Opa pakte kastanjes van de grond en ging ermee schoppen waardoor de kleine wat los kwam. Samen met Mark gingen ze een wenteltrap op en dat vond hij prachtig, onder de trap was een ruimte met twee grote gaten. Daar moest door geroepen worden en samen brulde ze erop los. Li had veel te grote laarzen aan waardoor hij moeilijk hard kon lopen en steeds struikelde over zijn eigen beentjes.

Heel grappig is dat hij een kuiltje in zijn wang heeft en heeft ook een heel vriendelijk gezichtje. Zo langzamerhand kwam hij wat los en vond het prachtig dat zijn Opa de kastanjes open maakte en ze aan hem gaf. Hij stopte ze gauw in zijn pet en hield die dicht tegen hem aan.

Jammer genoeg begon het heel hard te regenen en te onweren. Gelukkig hadden we twee parapluutjes mee en zat er een hoes over het wandelwagentje. Bij een bakkers winkel hebben we geschuild en koffie gedronken.

Het hield niet op met regenen en zijn met de bus terug naar het hotel gegaan. Er waren geen luiers of andere spullen mee gegeven dus is Mark met Li boodschappen gaan doen. Li had in zijn broek gedrukt en niet zo’n beetje ook dus zette Mark hem onder de douche. Hij was het daar niet mee eens en brulde het uit. Mark was heel resoluut in zijn optreden en dat gaf duidelijkheid. Nadat Mark een cd met Nederlandse kinderliedjes had opgezet en uit een sprookjes boek had voorgelezen viel hij in slaap.

Wat ons opviel was dat Li constant honger en dorst heeft. Bananen, krentenbollen, appelsap en kamille thee hij vind het heerlijk. Onder de hand was het weer opgeknapt en zijn wij zelf nog een rondje om gegaan. Na het slapen zijn we via een leuk park richting centrum gelopen. In het park waren verschillende speeltoestellen waar hij naar hartelust met Mark en ons heeft gespeeld en gedold.

Om half zeven moesten we Li weer afleveren bij de Moeder. We zouden vanaf een bepaald punt met de bus naar het station en van daaruit weer lopen. Maar bus no. 429 liet op zich wachten waardoor Mark zenuwachtig werd en is gaan rennen met het wagentje.

Wij moesten het station maar vinden want daar zou Mark dan naar toe komen. Opa werd helemaal niet goed, onderweg kreeg hij hevige pijn in zijn maag en zag het even niet meer zitten. Eindelijk om even over half zeven waren we op het stationsplein. Mark was weg en bleef weg, we begrepen er niets van, we hadden toch duidelijk afgesproken dat we naar het station zouden lopen.

Tegen half acht kwam hij aan rennen helemaal overstuur. De Moeder was niet thuis en nu had hij de buurman mee met een camper en daarin zat Li. De buurman zou ons nu maar naar het hotel brengen om daar af te wachten wat er verder moest gebeuren. Want wat zou ze doen als Mark er niet zou zijn met Li. Toen we zowat bij het hotel waren belde de vrouw van de buurman dat S. thuis was gekomen dus veel te laat. Wat een toestand Li voelde wel degelijk aan dat er wat was want hij was boos. Mark vertelde ons later dat toen hij voor de deur stond Li zei, is mamma weer niet thuis.

Toen we met de camper bij de flat aankwamen stond ze op de stoep te wachten met dezelfde vrouw die ’s-morgens er ook bij was. Met een triomfantelijke lach pakte ze Li van Mark over. En wilde het rugzakje wat Mark Li gegeven had terug geven, maar Li pakte het gauw. Alles wat Mark zijn zoon geeft ziet hij niet meer.

Al met al was het een enerverende en emotionele dag.. Het is een pittig knulletje in het begin vond hij het maar niks, later ontdooide hij maar met een bepaalde terughoudendheid wat natuurlijk logisch is. Mensen die Nederlands spreken waar hij natuurlijk niet veel van begrijpt. Maar Mark leert hem ook Nederlandse woordjes en leest hem ook in het Nederlands voor.

Toen we ’s middags op de bus stonden te wachten had Mark Li op een plankje bij de bushalte gezet waardoor zijn benen bungelde. Op een gegeven moment wees hij naar zijn voeten en zei verschrikkelijk in het Duits. Zijn laarzen gleden nl. van zijn voeten af zo groot waren ze. Uit eindelijk hebben we bij een Chinees om negen uur gegeten.

Zondag:

We moesten al om kwart voor acht met de bus mee dus dat was vroeg opstaan. Om tien voor negen waren we weer op het speelplaatsje waar Li om negen uur door de Moeder en weer de mevrouw van het Jugendamt gebracht zou worden. Tien over negen was ze er nog niet ik liep een rondje en kwam D. tegen, dezelfde man van de vorige keer. Die had al wat rond gereden in de buurt maar had S. nog niet gezien. Samen liepen we weer terug naar het speelplaatsje. We hadden afgesproken dat we tot half tien zouden wachten en dan weg zouden gaan. Maar even voor half tien kwamen ze aanlopen. Ze droeg Li op de arm en toen hij Mark zag stak hij zijn armpjes al uit.

Toen ze Li gaf deelde ze Mark mee dat ze Li om half zeven terug wilde. De afspraak is zes uur en dat is door de rechter bepaald, dus zei Mark zich aan deze rechterlijke afspraak ook te willen houden. Je kon er dus donder opzeggen dat ze weer te laat thuis zou zijn en achteraf was dat ook zo.

In het park werden we constant in de gaten gehouden aan de ene kant stonden vrouwen en aan de andere kant van het pad bleef S. met de vrouw van het Jugendamt staan. Terwijl wij er wat rond liepen en speelde met Li voelde we ons steeds heel ongemakkelijk met al dat gespioneer.

Al gauw begon het weer te regenen en niet zo’n beetje ook, dus weer naar de bakkers winkel om koffie e.d. Li was weer uitgehongerd. We weten niet wat dat is het leek wel of hij geen eten gehad had voordat hij bij ons kwam. Mark voelt zich dan ook niet op zijn gemak, voelt zich geregeld in de gaten gehouden. Want de moeder wil niet hebben dat hij ergens wat gebruikt want er mag niet gerookt worden in het bijzijn van Li. We zaten dan ook buiten op het overdekt terras.

We besloten om naar het station te gaan en te informeren of we eerder naar huis konden. Want met dit vreselijke weer konden we niets. De koffer hadden we ’s morgens al in een bagagekluis gezet. Eerder konden we niet rechtstreeks naar huis alleen via een omweg en dan zou de reis 9.30 uur duren.

Goede raad is duur we gingen op de gok naar Hannover en van daaruit zouden we wel zien.

Mark en Li zwaaiden ons uit, hij vond het prachtig op het station. Na enkele knuffels en handzoenen reden we weg. Verdrietig en blij tegelijk dat we hem nu eindelijk gezien en vast gehouden hadden kwamen we doodmoe, na toch een reis van negen uur, thuis.


Op het station vanuit de trein - Dag oma, dag opa, dag, dag ..........

Hierna heeft onze zoon zijn zoontje ook haast niet meer mogen zien.

Wat bezielt toch zo’n moeder om het contact te frustreren. Wij hebben wat foto’s naar haar opgestuurd die wij van Li en Mark en ons gemaakt hebben. Of dat van invloed is geweest wat ze daarna gedaan heeft weten we niet. Wij hebben nu eerst van haar advocaat en later van het Amtsgericht een schrijven gehad dat wij een onderhoudsbijdrage moeten betalen. Het bedrag zal vastgesteld worden aan de hand van onze belasting gegevens. Maar wij zijn vooralsnog niet van plan om die op te sturen. We wachten af.




5. Oordeel Nationale Ombudsman over aanhouding gescheiden vader bij de school van zijn kinderen door de Regiopolitie Brabant

Zie hiervoor de website "Ouderschap na scheiding":

Hard oordeel ombudsman over aanhouding gescheiden vader bij school kinderen door Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

4. Vader Tom Wouters en zoon (incl video)



Vader Tom levert al het speelgoed van zijn zoon af op de stoep van de Raad voor de Kinderbescherming Den Haag die hem van zijn zoon heeft buitengesloten. Druk op de knop in de foto om de video af te spelen.

Speelgoedactie van vader Tom als afscheid van zijn inmiddels van hem - door toedoen van moeder, kinderbescherming en rechtbank - geheel vervreemde zoon op de stoep bij de Raad voor de Kinderbescherming in Den Haag steun van Fathers 4 Justice Nederland

Kenmerkend voor het optreden van de Raad voor de Kinderbescherming Den Haag als adviseur van de familierechtbank in deze scheidings- en omgangszaak is: Geen waarheidsvinding?! Stuitende onzorgvuldigheid! Geen wonder dat er een crisis in de familiewetgeving bestaat!

Fathers 4 Justice Nederland

Dinsdag, 24 Augustus 2004: De Nederlandse organisatie van Fathers 4 Justice (F4J) steunt een Rotterdamse vader met een speelgoedactie op de stoep van de Raad voor de Kinderbescherming in Den Haag.

Een Rotterdamse vader, Tom, nam afscheid van zijn zoon op dinsdag 24 Augustus om 13:45 uur voor het gebouw van de Raad voor Kinderbescherming in Den Haag. Na een vergeefse strijd van meer dan een jaar om toegang tot zijn zoon te krijgen, wordt hij nu gedwongen het gevecht op te geven. "Mijn zoon wordt gebruikt als wapen tegen mij", zegt hij,"en jammer genoeg moet ik mij realiseren dat het voortzetten van de strijd alleen zal bijdragen tot het voortzetten van het leed dat mijn zoon moet ondergaan".

Tom’s afscheid van zijn zoon vond plaats op de stoep van de Kinderbescherming. Het was een emotionele gebeurtenis. Vader Tom heeft het speelgoed van zijn zoon op de stoep van de Kinderbescherming achtergelaten. Vertegenwoordigers van de campagnegroep voor gelijkwaardig ouderschap Fathers 4 Justice waren aanwezig om Tom te ondersteunen. Veel van de leden van F4J zijn ook al jaren verwikkeld in een strijd om toegang te krijgen tot hun kinderen.

Tom zag zijn 5 jarige zoon voor het laatst in juni 2003. Zijn toen nieuwe partner sinds 2 weken en haar jonge zoon ontmoetten Tom’s zoon daarbij voor de eerste keer. Tom’s ex-vrouw beschuldigde de nieuwe partner van Tom echter vrijwel onmiddellijk na de kennismaking van seksueel misbruik van Tom’s zoon. Het AMK deed onderzoek inzake de beschuldiging en vond geen bewijs dat er enig misbruik had plaatsgevonden. De Raad voor de Kinderbescherming Den Haag werd gevraagd een rapport te produceren dat de Rechtbank zou kunnen adviseren. Toen dit rapport uiteindelijk arriveerde bleek het een grote schok voor Tom en zijn nieuwe gezin. Het bevatte slechts de beschuldigingen van de moeder, en verzuimde de bevindingen van het AMK te vermelden. Tevens bleek dat de Raad geen enkele persoon had geïnterviewd die het verhaal van Tom’s ex-vrouw zou tegenspreken. Wel bevatte het rapport advies voor omgang in een zogenaamd omgangshuis. Omgangshuizen zijn echter desastreus voor de beeldvorming van een kind rond de ouder met omgang en put de betrokken ouder financieel compleet uit. Fathers 4 Justice beschouwt de zogenaamde omgangshuizen als nutteloos in zaken waarin geen enkele gegronde reden is om normale omgang tussen het kind en beide ouders niet te laten plaatsvinden.

Tom legt uit: "Ik ben ontzet dat een ouder zijn eigen kind kan inzetten als wapen tegen de andere ouder. De schade die zulk gedrag veroorzaakt bij het kind is diepgaand en onherstelbaar. Ik ben ontzet dat onze zogenaamde kinderbescherming dergelijk gedrag actief promoot".

De Kinderbescherming claimt dat “waarheidsvinding” geen onderdeel uitmaakt van haar activiteiten. Desalniettemin produceert de Kinderbescherming een rapport dat de Rechtbank adviseert over de vraag of een vader al dan niet toegang tot zijn kinderen dient te hebben. Hoe is het mogelijk dat het familierecht een advies aan de Rechtbank toestaat dat niet gebaseerd is op de waarheid? Toch is dit precies wat er 27 keer per dag in Nederland gebeurt.

Tom heeft weinig hoop dat hij ooit zijn zoon weer zal kunnen zien. Hij heeft wettelijk gezamenlijk ouderlijk gezag, maar het voortzetten van de strijd om zijn zoon te zien zal slechts resulteren in meer beschuldigingen en hersenspoelingen van zijn zoon. "Het is de moeilijkste beslissing in mijn leven", zegt Tom, "maar uiteindelijk moest ik hem nemen. Indien de autoriteiten niet bereid zijn de waarheid te zoeken, en in plaats daarvan de ongegronde beschuldigingen van de moeder kritiekloos en zonder verificatie volgen, dan moet ik datgene doen wat de psychische schade aan mijn zoon zo veel mogelijk beperkt. Treurig genoeg verliest hij daarbij zijn vader, echter als vader onder het huidige Nederlandse familierecht is men machteloos".

De Kinderbescherming is een organisatie bedoeld om kinderen te beschermen tegen misbruik – en toch worden per dag 27 kinderen ernstig misbruikt door dezelfde organisatie die claimt dat zij kinderen beschermt. Elke dag draagt deze organisatie er actief aan bij dat 25 kinderen hun vader nooit meer zullen zien, en dat nog eens 2 kinderen hun moeder nooit meer zullen zien. Niet omdat die ouder een slechte ouder is, maar simpelweg wegens het gemak van de andere ouder – en om de winst te waarborgen voor familierecht advocaten, de carrières van werknemers van de kinderbescherming te waarborgen, en om de nieuwe industrie rond omgangshuizen te financieren. De effecten van deze koude uitsluitingen op zowel de kinderen als de verbannen ouder zijn enorm. De effecten op de betrokken kinderen zijn onuitwisbaar. En veel verbannen ouders (in 90% van de gevallen de vader) blijven getraumatiseerd en financieel gebroken door het systeem achter. 70% van hen eindigt in de WAO waardoor als gevolg is van dit falende optreden van kinderbescherming en rechtbanken in het familierecht ook een gigantische kostenpost voor de gemeenschap is ontstaan.

Een woordvoerder van Fathers 4 Justice zei: "We hebben onze leden gevraagd om Tom’s verdriet en privacy te respecteren. De leden die hier aanwezig zijn, zijn hier om Tom te steunen terwijl hij afscheid neemt van zijn zoon. Het onrecht en de ongelijkheid tussen de beide ouders in het familierecht is een nationaal schandaal." De woordvoerder voegde daaraan toe: "Meer dan de helft van de zaken van advocatenkantoren – en een geschatte 40% van hun inkomsten - komen voort uit de familiewetgeving. We gaan ervan uit dat de Minister van Justitie oprecht wenst om de toenemende crisis in de familiewetgeving te beëindigen, maar dat hij te bang is om de consequenties van deze dringend noodzakelijke ingreep te aanvaarden. Deze consequenties betreffen de gevolgen voor een juridische scheidingsindustrie die enorme economische omzetbelangen heeft bij het in stand houden van het bestaande systeem van onrecht en ongelijkheid, een familierechtsysteem dat direct indruist tegen de belangen van kinderen. Echter, in een beschaafde gemeenschap dient het belang van onze kinderen te prevaleren boven de grote financiële belangen en winsten van deze scheidingsindustrie".