donderdag, juli 19, 2007

13. Judith en haar vader :: Hoe heeft het kunnen gebeuren?

Judith was een vaderskindje. Haar band met pappa was sterker dan die van haar broers en zussen. Zo voelde ze dat tenminste tot haar dertiende. Toen ging haar vader van de ene op de andere dag weg. "En mijn moeder bleef dood ongelukkig achter. Haar verdriet was zo groot dat ik niet anders kon dan me solidair met haar verklaren. Voor mijn gevoel moesten we er samen doorheen. Verstandelijk gezien, besefte ik inmiddels echt wel dat het niet de juiste houding voor een kind was. Om mijn moeder te steunen, heb ik alle contact met mijn vader verbroken".

"Ook mijn broers en zussen volgden uiteindelijk mijn voorbeeld. Mijn vader heeft gevochten maar hij kreeg geen voet aan de grond. Achteraf verbijstert me dat. Hij was een goede pappa sloeg ons niet, misbruikte ons niet en hield van ons, maar geen rechter of maatschappelijk werker in Nederland kwam voor hém op. Het enige dat hij continu hoorde, was dat het 'in het belang van zijn kinderen' zou zijn om de strijd te staken. Indertijd was ik daar blij mee, ik vond immers dat wij het grootste gelijk van de wereld hadden om het contact met hem te frustreren. Het was in mijn optiek allemaal "net goed". Nu denk ik echter: Hoe heeft het kunnen gebeuren?"

Dilemma
"Het belang van de kinderen", gaf mijn moeder een legitimatie om ons bij mijn vader weg te houden. Er was immers niemand die haar en ons zei dat dat oneerlijk en fout was. Sterker nog we werden in onze keuze door iedere instantie bevestigd. Mijn vader kreeg bijvoorbeeld te horen dat zijn kinderen zo gespannen en onrustig waren nadat ze een weekend bij hem waren geweest. Dat was toch logisch. Mijn jongste broertje was vier. Na het eerste bezoek kwam hij nog uitgelaten thuis om enthousiast te vertellen wat hij allemaal had meegemaakt. Bij mijn moeder schoten de tranen in de ogen. Als kind wil je je verhaal kwijt, maar ook de volwassene van wie je houdt geen pijn doen. Zo stel je een kleuter voor een onmogelijk dilemma."

"De eerste jaren heb ik mijn vader helemaal niet gemist. Ik was te veel vervuld van mijn gelijk. Later ben ik hem een aantal keer tegengekomen in de rechtszaal. Dan zag ik zijn verdriet en dat raakte me wel, maar ik dacht ook: Je moest eens weten hoeveel verdriet je ons hebt aangedaan."

"Daarna heb ik nog een keer of vier een zakelijke afspraak met hem gehad. Om onder andere de studiefinanciering door te spreken. Die liepen steevast uit op ruzie. Ik kon er ook niet tegen dat hij mij vertelde over hoe ellendig hij zich voelde. Hij bezorgde me een schuldgevoel. Ouders die gaan scheiden hebben blijkbaar zo veel verdriet dat ze over het hoofd zien dat de kinderen ook lijden. Ze maken ons verdriet ondergeschikt aan dat van hen.

Vervreemd
"Het contact met mijn vader is nooit hersteld. Ik heb hem in vijftien jaar nauwelijks gesproken. Dat is een langere tijd dan dat hij als mijn vader heeft gefunctioneerd. Ik voel geen haat meer, maar iets weerhoudt me ervan het contact te herstellen. Ik denk dat we te veel van elkaar zijn vervreemd. Hij heeft mijn puberteit niet meegemaakt, mijn eerste verliefdheden niet gezien, was niet bij mijn huwelijk en kent mijn kinderen niet. Ik ben als de dood dat ik bij hem van alles losmaak als ik naar hem toe ga. "Mijn moeder staat achter dit interview. We hebben het lang geleden uitgesproken en zij vindt het achteraf ook erg wat er is gebeurd. Voor mij kwam het besef toen mijn opa overleed. Mijn moeder was dol op haar vader en had ontzettend veel verdriet. Toen werd ik plotseling heel kwaad op haar. Zij voelde op dat moment wat ik jaren eerder had gevoeld, maar zij had tenminste nog recht op een rouwproces."

"In feite ben ik alleen nog kwaad op al die hulpverleners. Waar waren zij toen het ouderverstotingssyndroom zich in ons gezin manifesteerde? En nu is het te laat. De leemte die ik voel, kan nooit meer worden opgevuld."

Uit: "Ik mis het gevoel iemands kind te zijn"; Telegraaf, van Marjolein Hurkmans, 27 december 2000

Geen opmerkingen: